Blog: “Is de geriatrische revalidatiezorg transparant en toetsbaar?”

De teerling is geworpen door Roland van Peppen en ik neem graag de handschoen op. Er is inderdaad nog helemaal geen eenduidigheid in kwaliteit- of uitkomstmetingen in de geriatrische revalidatie en dat is wel hard nodig. We moeten tot overeenstemming komen over welke meetinstrumenten het meest geschikt zijn. Niet alleen voor de triage maar vooral ook om aan patiënten, zorgmedewerkers en zorgverzekeraars te laten zien waar we mee bezig zijn en welke resultaten we met geriatrische revalidatie bereiken.

Het begint al met een goede beschrijving en meting van patiëntkenmerken bij opname. Er is al langere tijd discussie over de triage voor geriatrische revalidatie. Welke patiënten komen in aanmerking voor welk type zorg? Daarin zijn waarschijnlijk belangrijke verschillen tussen de zorgaanbieders. We hebben dan wel een beschrijving van de zorgaanspraak maar zo lang we niet met harde meetgegevens kunnen aantonen welke kenmerken de patiënten hebben die we geriatrische revalidatiezorg bieden (en natuurlijk ook bij wie het beste resultaat behaald wordt), zal deze discussie nooit tot een bevredigend einde komen.

Vorig jaar heeft een Verenso-werkgroep in opdracht van het ministerie van VWS een voorstel gedaan voor prestatie-indicatoren in de geriatrische revalidatie. Deze set van 7 indicatoren, 2 op het gebied van effectiviteit, 3 op patiënttevredenheid en inspraak en 2 structuurindicatoren, heeft tot doel benchmark mogelijk te maken tussen de verschillende zorgaanbieders waardoor verbetering in kwaliteit wordt gestimuleerd en om patiënten een meer gefundeerde keuze te kunnen laten maken. Her en der verneem ik dat instellingen bezig zijn de meting van deze indicatoren te implementeren en ook zorgverzekeraars tonen belangstelling. Het ontbreekt vooralsnog echter nog aan een landelijke structuur/database waarin deze gegevens verzameld en geanalyseerd kunnen worden. Een taak voor ActiZ? Deze werkgeversorganisatie dient dan wel de weerstand tegen ‘Volkskrant’ lijstjes te overwinnen.

Deze prestatie-indicatoren zijn echter niet genoeg. Er is dringend behoefte aan overeenstemming over een set van meetinstrumenten die bij iedere individuele geriatrische revalidant wordt gebruikt. Deze metingen moeten vooral geschikt zijn om eventuele verbetering in functioneren en participatie op individueel niveau te kunnen aantonen waardoor ze ook helpen in het opstellen en evalueren van het revalidatieplan. Daarnaast kunnen ze gebruikt worden om patiëntuitkomsten op instellingsniveau te vergelijken met historische data en om instellingen onderling te vergelijken. Dit zal een belangrijke stimulans zijn voor kwaliteitsverbetering en vaststellen van best practices. En, last but not least, deze gegevens zijn ook nodig om de vele wetenschappelijke vragen in de geriatrische revalidatie te kunnen beantwoorden.

In Laurens Rotterdam, de instelling waar ik werk, is een meetplan samengesteld gebaseerd op de International Classification of Functioning. Dit meetplan is intussen gedeeld met een aantal andere instellingen en wordt daar positief ontvangen. Via dit mooie platform van Studio GRZ doe ik een oproep aan iedereen contact met mij (r.vanbalen@laurens.nl) op te nemen als er belangstelling is voor het meetplan. Hoe meer instellingen meedoen, hoe beter.

7 januari 2015

dr. Romke van Balen
Specialist Ouderengeneeskunde bij Laurens Rotterdam en senior onderzoeker bij Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC)