Blog ‘Cognitieve revalidatie essentieel onderdeel van geriatrische revalidatie’

Een groot deel van de revalidanten binnen de GRZ kampt met cognitieve problemen. 
Herken je de revalidant die problemen heeft in de aandacht, die ontzettend snel is afgeleid of de aandacht niet kan wisselen in een taak? Of herken je revalidanten die problemen hebben in de informatieverwerking waardoor ze heel traag reageren? Maar misschien herken je ook de revalidant die moeite heeft met het onthouden van instructies of moeite heeft met het herkennen en oplossen van problemen.

Deze cognitieve belemmeringen hebben vanzelfsprekend invloed op de leermogelijkheden van revalidanten in de praktijk. Leermogelijkheden zijn medebepalend voor welke doelen haalbaar zijn en dat is onder andere weer van invloed op de mogelijkheden in de toekomst weer thuis te kunnen functioneren of om passende adviezen te kunnen geven met betrekking tot de toekomstige woonsituatie. Cognitieve revalidatie mag daarom in de GRZ níét ontbreken.

Cognitieve revalidatie:
Cognitieve revalidatie richt zich op het herwinnen van cognitieve vaardigheden die ten gevolge van hersenletsel beperkt, veranderd of verdwenen zijn. Het doel van de therapie is het verbeteren van vaardigheden om alledaagse handelingen weer uit te kunnen voeren.
Cognitie is nodig om tot handelen te komen en tot uitvoer van dagelijkse activiteiten.
Maar welke informatie over cognitie verzamel jij? En op welke manier wissel je dat uit binnen jouw team?

Het klinisch redeneermodel voor leervermogen (zie afbeelding) kan je helpen bij het vinden van antwoorden op deze vragen. Het model is te gebruiken door alle disciplines van een revalidatieteam en biedt daardoor handvatten om met elkaar in een zelfde taal te communiceren over het functioneren van de revalidanten én te redeneren over diens mogelijkheden. Dit komt het interdisciplinair samenwerken en het aansluiten op de leermogelijkheden van de revalidant ten goede. 


Het klinisch redeneermodel
Het klinisch redeneermodel voor leervermogen (Van Schouwen, 2017) bestaat uit de cognitieve hiërarchie, het model van Claudia Allen over de gedragsniveaus én het model van Crosson over inzicht. Deze modellen zijn aan elkaar gekoppeld en bieden een goede kapstok om het niveau van functioneren van revalidanten vast te stellen, uitspraken te doen over het gedragsniveau, niveau van inzicht en leervermogen. Vervolgens kun je bepalen welke benadering en instructie passend zijn in dagelijkse (oefen)situaties. 

Voorbeeld van een klinisch redeneerproces

Stel dat blijkt dat een revalidant functioneert op gedragsniveau 3 (Manuele acties). Op dit gedragsniveau kan hij/zij fijne motoriek gebruiken om voorwerpen vast te pakken, maar heeft de revalidant nog geen herkenning en doel bij de voorwerpen. De revalidant is niet doelgericht in dagelijks routinematige activiteiten, zoals wassen/kleden, toiletgang, maar is wel in staat om deelhandelingen uit te voeren als hij de juiste mondeling en fysieke instructie krijgt.

Revalidanten die functioneren op gedragsniveau 3 hebben beperkte aandacht functies. Aandacht is voorwaardelijk voor de andere cognitieve processen. Dat betekent dat hij/zij minimaal gebruik kan maken van geheugenfuncties en beperkt informatie kan verwerken. Executieve processen liggen niet binnen het bereik. 

Wat het inzicht betreft betekent het dat de revalidant functioneert op het niveau van intellectueel inzicht. De revalidant heeft mogelijk besef dat er iets mis is, maar kan in de praktijk geen problemen herkennen dus ook niet oplossen. 

Als een revalidant veel problemen heeft in de aandacht en niet in staat is om informatie goed te verwerken en zijn geheugen goed te gebruiken, dan is de revalidant niet leerbaar. De therapie richt zich dan niet op leren van vaardigheden, maar het trainen van bewegingspatronen (procedureel leren). 

Stel deze revalidant heeft als doel onder begeleiding van 1 persoon een transfer uit bed te maken. Dan is het nodig dit op een vaste manier, volgens een vast stappenplan aan te leren. Iedereen die deze revalidant begeleidt, geeft dezelfde instructie en begeleiding waardoor het handelen in kan slijpen. 

Toepasbaarheid klinisch redeneermodel:

Het klinisch redeneermodel voor leren is toepasbaar op alle revalidanten binnen de GRZ. Het verschaft aan het hele revalidatieteam een gemeenschappelijke taal om te communiceren en af te stemmen op het niveau van de revalidant waardoor gezamenlijk optrekken beter mogelijk wordt. Het model geeft houvast in het bepalen van haalbare doelen en uitstroommogelijkheden van de revalidant. De stap naar interdisciplinair werken!

Ben jij ook enthousiast over dit model? Wij zijn benieuwd naar je ervaringen! 

5 januari 2023
Natasja Overbeek en Maxine Balkenhol, ergotherapeuten bij Silverein, Revalidatie & Herstel (CPCRT geschoold) en trainers bij RevaDidact