Geriatrische revalidatie kent in de uitvoering veel vrijheidsgraden maar toch minder dan bijvoorbeeld bij de kinderrevalidatie. Binnen de kinderrevalidatie is het aan het begin van het revalidatietraject vaak onmogelijk te zeggen wat het concrete einddoel is. De enorme variatie in de ontwikkelingspotentie van een kind maakt het voorspellen van het uiteindelijke haalbare revalidatieniveau tot een complex vraagstuk. Dit in tegenstelling tot de geriatrische revalidatie, waar bij de persoon in kwestie op oudere leeftijd de eigen potentie zich al heeft ontrold. De lat is geplaatst en de terugslag is er een om overwonnen te worden, bij voorkeur herstel tot aan het oude niveau.
Op de geriatrische revalidatieafdeling is het voor de behandelaren dan ook vooral goed luisteren geblazen. Het levensverhaal biedt hierbij veelal praktische aanwijzingen voor gewenste revalidatie doelen: “ik wil graag weer boodschappen kunnen doen in de supermarkt bij mij om de hoek”. De verdiepende vraag “hoe was u dat gewend te doen?” zal dan al snel leiden naar een concreet behandeldoel, de behandelaar kan immers bouwen op wat de revalidant gewoon was om te doen. De geriatrische revalidatie kan hierbij op eenvoudige wijze tevens inspiratie ontlenen aan het recente plan van staatssecretaris Van Rijn (VWS) ‘Waardigheid en Trots’ welke in oorsprong bedoeld is voor de psychogeriatrische patiënt. ‘Ken uw bewoner’ kun je moeiteloos veranderen in ‘Ken uw revalidant’.
2015 was het startjaar van een bijzondere ontwikkeling voor ons verpleeghuis. Het oude bestaande verpleeghuis werd afgebroken en op dezelfde plaats herrezen de eerste contouren van de moderne nieuwbouw met onder andere een geriatrische revalidatieafdeling met maximaal 40 bedden. Het oppervlak van de nieuwbouw was echter flink groter, wat tot een fikse toename van te overbruggen loopafstanden leidde voor personeel, bezoekers en patiënten. Dat was wel even wennen… en er werd uiteraard weleens verzuchtend geklaagd over de te moeten grote loopafstanden. Deze nieuwe en grotere werkelijkheid zette me aan om na te denken hoe deze grotere afstanden anders dan alleen maar als een nadeel konden worden gezien. De metafoor ‘het verpleeghuis als een stad in de stad’ kreeg hierbij steeds meer vorm, waarna ‘de stadswandeling’ als concreet en praktisch idee ontstond.
‘De stadswandeling’ staat in het kader van de geriatrische revalidatie symbool voor de mogelijkheid om binnen en door het verpleeghuisgebouw samen met de behandelaars te trainen en te oefenen in alledaagse praktische situaties en omstandigheden. De nieuwe afstanden kunnen door de revalidant worden gebruikt om ‘meters te maken’ wat bijdraagt aan een verbeterde conditie en kracht. Onderweg door het gebouw of de stad is er nadrukkelijk aandacht voor beleving; er zijn voldoende zitjes om uit te rusten, waar je tegelijkertijd iets kan bekijken, een kopje koffie kunt drinken of naar verhalen over de omgeving kan luisteren. Bij ons zijn dat bijvoorbeeld verhalen over de molenstad Winschoten en de verhalen van weleer over ‘de Graanrepubliek’. Deze wandelingen kunnen individueel, maar ook in een groep afgelegd worden. Naast de fysieke kracht en balans wordt er binnen een groepswandeling ook gewerkt aan de psychische kracht en balans. Het vraagt van de deelnemer mee te kunnen komen in de groep en zich daarbinnen letterlijk en figuurlijk staande weten te houden.
Om succesvolle deelname aan de maatschappij na revalidatie te bespoedigen dienen revalidanten niet alleen klassiek te trainen bij de fysiotherapie en de ergotherapie maar ook langere afstanden te lopen of afstanden te overbruggen binnen een bepaalde tijd (denk aan de beperkte tijd voor een voetganger bij het oversteken met een verkeerslicht). Al deze functionaliteiten kunnen we oefenen in ons verpleeghuisgebouw. Het gebruik van klinimetrie volgt daarbij de patiënt, in de klinische setting zijn dat bijvoorbeeld de metingen gedaan door de fysiotherapeut in de oefenzaal, in het ‘publieke domein’ van het verpleeghuis kunnen aanvullende observaties en metingen worden gedaan door de fysiotherapeut, ergotherapeut, logopedist en psycholoog.
Overdag zullen de nieuwe grotere ruimtes van ons verpleeghuis vooral het domein zijn van de professionals die met de cliënten trainen in deze ruimtes. In de namiddag, de avond en het weekend zal dit veelal het terrein van de bewoners, familie, mantelzorgers en passanten worden. Ook mantelzorgers en bewoners zelf zullen in staat worden gesteld om een stadswandeling te organiseren. Hun persoonlijke verhalen en anekdotes over de stad en regio dragen bij aan het gevoel onderlinge verbinding met persoon en plaats. Dit maakt de beleving van de ‘stad in de stad’ dynamisch en interessant. QR-codes kunnen worden geplaatst zodat voorbijgangers via hun smartphones informatie kunnen opdoen over het verpleeghuis, de stad en de regio.
In de nog aan te leggen tuinen rond het verpleeghuis is het idee om informatieve Geocaches te plaatsen. Zo kunnen geocachende passanten (wandelaren en/of vakantiegangers) bij het vinden van de cache meer te weten komen over het verpleeghuis en de GRZ. Tegelijkertijd wordt er in de cache een bon gevonden voor een gratis kopje koffie en een plak cake. Eén van de laagdrempelige manieren om mensen van buiten naar binnen uit te nodigen in het verpleeghuis.
Herdefinieer als het even kan de GRZ-afdeling tot buiten de klinisch therapeutische omgeving, breng de revalidant trainenderwijs in een meer genormaliseerde omgeving. Gebruik op creatieve wijze de ruimte van je gebouw en draag bij aan een bewegingsgeoriënteerd en belevingsgeoriënteerd therapeutisch klimaat. De metafoor ‘het verpleeghuis als een stad in de stad’ met de uitwerking tot een stadswandeling kan hierbij als inspiratie dienen.
Wij, in ons verpleeghuis zijn druk doende om hierop verder te investeren.
16 februari 2017
Meindert Bolt, specialist ouderengeneeskunde en kaderarts GRZ, Hoofd behandelteam Oosterlengte, verpleeghuis Old Wolde, Winschoten