Ik zag mevrouw en mijnheer Jansen terug op mijn polikliniek. Mijnheer Jansen, 71 jaar, liep nu vlot met een rollator. Ik had drie maanden geleden al met hen kennis gemaakt toen ze op een nazorgpoli kwamen bij de neurologie. Mijnheer was toen nog opgenomen in een GRZ-instelling maar nu is hij een paar weken thuis. Beiden waren blij dat mijnheer thuis was. De revalidatie was voorspoedig en naar wens verlopen. Maar mevrouw vroeg zich nu wel af hoe ze dit ging volhouden. Mijnheer had namelijk ernstige cognitieve stoornissen (zeer slecht geheugen) en lichte woordvindstoornissen. Voor de beroerte was hij nog zeer vitaal. Ook mevrouw had tot een half jaar geleden nog een zeer actief leven bij de buurtvereniging. Nu is ze 7 dagen in de week 24 uur bezig met haar man. Bij navraag is er nog geen neuropsychologisch onderzoek gedaan. Dat was niet mogelijk en nodig geweest. Wat mijnheer wel en niet kan is mevrouw niet helemaal duidelijk. Mijnheer krijgt 1stelijns fysiotherapie en ergotherapie. Op mijn vraag wie de revalidatiezorg coördineerde kan partner geen antwoord geven.
Mijnheer is zeer goed opgeknapt. Hij ging met lage Barthel Index-score, nauwelijks belastbaar naar de geriatrische revalidatie (GRZ). Hij is nu ADL-zelfstandig en kan thuis wonen. Goede behandeling dus. Ja de eerste stap is gezet. Maar eigenlijk begint revalideren nu pas. En dat stukje is complex. Misschien wel meer complex dan het terugwinnen van lopen, toiletgang en wassen en kleden. Hoe gaan deze twee mensen samen weer vormgeven aan een leven met beperkingen. Mijns inziens is opnieuw goede diagnostiek nodig volgens het ICF-model. Cognitieve, motorische en psychosociaal onderzoek in samenhang en met als doel participatie verbeteren.
Door deze casus realiseer ik me weer dat GRZ en MSR (medisch-specialistische revalidatie) een heel andere insteek hebben. Wist u dat 95% van de zorg vanuit de revalidatiegeneeskunde poliklinisch is? Slecht 5% van alle patiënten die gezien worden door een revalidatiearts zijn klinisch opgenomen patiënten. MSR is dan ook vooral poliklinische zorg (in het ziekenhuis, revalidatiecentrum en ZBCs) en gericht op het bereiken van participatiedoelen, meedoen in de maatschappij (werk, relaties onderhouden, sporten, huishouden, met OV reizen etc.). Binnen de GRZ worden veel meer patiënten opgenomen in vergelijking met de MSR, bijna 10 x zoveel. De doelen van de GRZ zijn vooral gericht op het weer veilig thuis kunnen functioneren. En dat wordt vaak ook behaald.
GRZ en MSR hebben een andere insteek, maar kunnen daardoor juist heel aanvullend zijn. Mijnheer Jansen gaat in de 1stelijn kijken welke doelen haalbaar zijn. Maar ik zal daar sturing aan geven, waarbij cognitieve diagnostiek, educatie en respijtzorg voor mevrouw ook aan de orde komen.
Na ontslag van de GRZ-revalidant naar huis begint de revalidatie pas. Ik zie hier een rol voor de revalidatiearts met al zijn/haar kennis, middelen en revalidatieteam om participatiedoelen te realiseren.
U ook?
12 augustus 2019
Prof. dr. Anne Visser-Meily, revalidatiearts & hoogleraar revalidatiegeneeskunde in het Universitair Medisch Centrum Utrecht